Geleidende compacte sondes KAK/KLK

Beschrijving

De compacte sondes KAK/KLK zijn niveaureindschakelaars op geleidende basis. Het meetsysteem bestaat uit een staafsonde met maximaal 3 staafjes en een elektronische module die geïntegreerd is in de aansluitkop.
Er wordt een wisselspanning van ongeveer 9V op de elektroden gezet, waardoor het volkomen veilig is om de sondes aan te raken. Zodra het elektrisch geleidende vulmateriaal een verbinding vormt tussen de aardsondestaaf en bijvoorbeeld de maximale sondestaaf, vloeit er een kleine wisselstroom die wordt omgezet in een schakeluitgang in de evaluatie-elektronica.
Het gebruik van wisselspanning voorkomt corrosie van de sondestaafjes en elektrolytische afbraak van het vulmateriaal.
De toepassingsgebieden zijn niveaudetectie en niveauregeling in elektrisch geleidende vloeistoffen.
De KLK-versie is ideaal voor voedsel- en farmaceutische omgevingen met hoge hygiëne-eisen.
Afhankelijk van het aantal staven en de gekozen evaluatie-elektronica kunnen verschillende meettaken worden gerealiseerd, zoals overloop, droogloopbeveiliging, tweepuntsregeling, vochtdetectie, enz.
Naast draadaansluitingen zijn er ook diverse hygiënische aanpassingen verkrijgbaar als procesaansluitingen, die vlak en zonder spleten afdichten.

Functie

De sondeerstangen of de inschroefdraad van de niveauschakelaar KLK, die de elektroden vormen in de te bewaken container, worden aangesloten op de geïntegreerde elektronische module.
In metalen containers kan het elektrische contact van de verbindingsdraad met de containerwand worden gebruikt als aardelektrode.
Er wordt een wisselspanning van ongeveer 9 V op de elektroden gezet, waardoor het volkomen veilig is om de sondes aan te raken.
Zodra het elektrisch geleidende product de sondes raakt, vloeit er een kleine wisselstroom.
Door deze stroom te beperken tot minder dan 1,5 mA wordt elektrolytische ontleding van het vulmateriaal vermeden.
Bij een tweepuntsregeling wordt de schakeluitgang of de relaisuitgang geschakeld wanneer het product de minimum- en maximumelektrode raakt en schakelt deze pas weer terug wanneer het product geen van beide elektroden meer raakt. De langste elektrode is de aardelektrode, de halflange sondestaaf is de minimale elektrode en de kortste sondestaaf is de maximale elektrode.
Bij 1-puntsregeling (niveaudetectie) worden alleen de massa-elektrode en de maximumelektrode gebruikt. De schakeluitgang of het relais schakelt als het product een geleidende verbinding tot stand brengt tussen de aarde- en de maximumelektrode en schakelt pas weer als er geen verbinding meer is tussen de twee elektroden.
Fladderen van het relais, bijvoorbeeld veroorzaakt door golfbewegingen van een vloeistof, wordt onderdrukt omdat het tasterrelais altijd schakelt met een tijdvertraging van ongeveer een seconde.
De gevoeligheid van de sonde kan aan de voorkant nauwkeurig worden ingesteld met een schroevendraaier en een 10-omwentelingen potentiometer. Als bedieningsfunctie kan een minimale of maximale veiligheidsschakeling worden geselecteerd.